Power – Esmé van den Boom

Sommige dingen komen de hele tijd maar weer bij je terug. Sommige mensen zien dat als een teken vanuit het universum, maar ik denk vaak, als ik iets of iemand steeds maar weer tegenkom: die persoon of dat idee is gewoon heel aanwezig in de wereld.

Van sommige mensen denk ik dat ze altijd maar overal zijn, bijvoorbeeld. Misschien omdat ze heel hard werken, zoals Ellen Deckwitz, en boeken schrijven én een theatertour doen én lezingen geven én ook nog leuke foto’s van cavia’s maken. Of omdat ze heel veel invloed hebben over hoe we over bepaalde zaken denken, zoals het gedachtegoed van de Franse filosoof Michel Foucault. Macht rijmt in mijn hoofd direct al met Foucault: hij schreef over de relatie tussen macht en kennis en de taal waarin heersende kennisopvattingen worden uitgedrukt. Ik zie regelmatig zoveel macht om me heen dat ik me machteloos voel, met mijn talenstudie die door velen als ‘pretstudie’ bestempeld zou worden. Foucault geeft me dan een instrument om naar de maatschappij te kijken en er grip op te krijgen.

Een ander instrument dat ik gebruik om naar de wereld te kijken, naar de dingen die zich aan me opdringen, is schrijven. Ja, dat is een cliché. Nee, daar ben ik niet bang voor. De Amerikaanse dichter CAConrad (iemand aan wie ik ook al niet kan ontsnappen, omdat geweldige dichters als Joost Oomen, Obe Alkema en Mia You hen (genderneutraal voornaamwoord) steeds maar weer onder mijn aandacht brengen) schreef in hun (soma)tic MANIFESTO dat als hen schrijfworkshops geeft, studenten vaak tegen hen vertellen dat ze zich voelen alsof ze hun tijd aan het verspillen zijn met het leren over poëzie terwijl de wereld compleet naar de Filistijnen gaat. CAConrad leert het volgende:

It is absolutely necessary, right now, at this very moment, to embrace our creativity.
No matter who you are, having a daily creative practice can expand your ability to better form the important questions we need to be asking ourselves about how to best change the destructive direction we are all headed.
If you used to paint, paint again.
If you used to write poems, start writing again.
The potential magic of this world requires our participation.
I’m not a motivational speaker; I’m a poet.
I’m not an optimist; I simply believe in the possibilities of our collective genius.

Dat deed wel iets met me, toen ik het voor het eerst las. Schrijven lijkt misschien een luxe, iets voor mensen met te veel vrije tijd. Af en toe komt het me voor dat je in gesprekken over romans altijd het woord ‘navelstaarderig’ minstens één keer moet gebruiken, omdat je anders ‘af’ bent. Ik ken veel mensen die denken dat schrijvers mensen zijn die vooral zichzelf belangrijk vinden, en van de wereld om zich heen het liefst niets merken.

Toen ik Write Now! Groningen won, zat ik helemaal niet met zulke mensen in de zaal. Toen ik op finaleweekend was, heb ik niemand ontmoet die zijn ego op de eerste plaats zette. Ik zag allerlei soorten jonge, creatieve mensen die naar de wereld keken op het liefst zoveel mogelijk verschillende manieren. Mensen die onderzoek doen met hun pen.

Mensen denken vaak dat een wedstrijd gaat over wie de beste is. Dat klopt. Het is de bedoeling dat er iemand wint, en liefst degene met de meeste talenten. Maar ik denk dat een schrijfwedstrijd als Write Now! voor mij vooral ging om drie dingen. Eén: de motivatie om iets te doen. Twee: de mogelijkheid om iets te leren. Drie: de bevestiging dat ik inderdaad mijn creativity moest embracen, zoals CAConrad dat zo mooi Amerikaans zegt.

Ik won mijn regionale voorronde vorig jaar. Maar Write Now! is iets wat voor mij al jaren iedere keer weer terugkomt, gepland of ongepland. Tijdens mijn allereerste keer werd ik op het podium gevraagd om iets te vertellen over de schrijfworkshop. De tweede keer zorgde mijn iets te enthousiaste ’ja!’ in een lege zaal ervoor dat ik op het podium mee mocht zingen met muzikant Jeroen Kant. Ook driemaal was geen scheepsrecht. Pas de vierde keer won ik de voorronde. Ik stond op het podium en ik dacht: het leven hangt aan elkaar van toeval, maar een mooi verhaal is het wel.

Die laatste zin is een mooie zin om mee te eindigen, maar dat doe ik niet. Ik zal de moraal van dit verhaal nog éénmaal benadrukken: er zit kracht in herhaling, en er zit kracht in wat je schrijft. Margaret Atwood zei het al: ‘A word after a word after a word is power.’

Dat is wat mij (en jullie) voor de boeg staat. Gaan zitten. Schrijven. Nog eens gaan zitten. Schrijven. Opnieuw gaan zitten. Schrijven. Ad infinitum.

(En ergens, daar tussenin: insturen.)

Esmé van den Boom studeerde Nederlands en Engels aan de Rijksuniversiteit Groningen. In academisch jaar 2016-2017 mocht zij zich Huisdichter van de universiteit noemen en bracht ter gelegenheid van het Huisdichterschap de bundel Zomerwee uit. In datzelfde jaar won ze met haar gedichten Write Now! Groningen. Ze stond eerder op verschillende festivals als Dichters in de Prinsentuin en Ondbederf’lijk Vers, en met het project Literatour op de Frankfurter Buchmesse. Doordeweeks werkt ze bij het Poëziepaleis, waar ze poëziewedstrijden voor kinderen organiseert.

Deel deze pagina:

Columns